Een melding krijgen als er in een ander ziekenhuis een nieuwe diagnose bekend is over jouw patiënt: daar wordt de dokter blij van, en de zorg beter. Artsen kunnen deze diagnose inzien en ook overnemen in hun eigen epd. Zo beschikken ze altijd over de actuele informatie die nodig is om goede zorg te verlenen.
Steeds meer ziekenhuizen met hetzelfde elektronische patiëntendossier (epd) kunnen elkaars zorginformatie (of delen daarvan) inzien en nieuwe diagnoses van elkaar overnemen. Bij Epic-ziekenhuizen is dit bijvoorbeeld onderdeel van Care Everywhere, de module waarmee zij onderling patiëntgegevens kunnen uitwisselen, mits de patiënt uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor het beschikbaar stellen van zijn dossier voor gebruik door andere ziekenhuizen.
Koen Arnoldus, projectmanager bij Epic, legt met een voorbeeld uit hoe het werkt: “Een medisch specialist in het Radboudumc krijgt volgende week een patiënt uit Amsterdam op de poli. Kort van tevoren worden, op basis van de adresgegevens van deze patiënt, de Epic-ziekenhuizen bevraagd op beschikbare zorginformatie. Dit is een geautomatiseerd proces en kost de zorgverlener dus geen tijd. Dan kan bijvoorbeeld blijken dat de patiënt in Amsterdam UMC is gezien waar een collega een nieuwe diagnose heeft gesteld. De arts in het Radboudumc krijgt daarvan dan een melding in zijn systeem: let op, er is nieuwe informatie over deze patiënt bekend in een ander ziekenhuis. Hij kan de diagnose inzien en vervolgens overnemen in zijn eigen epd.”
Probleemlijst
Freek van den Heuvel is kindercardioloog bij het UMC Groningen en ziet kinderen met soms complexe, aangeboren hartafwijkingen. Daarnaast is hij adviseur zorg-ict. Dankzij het waarschuwingssysteem in zijn epd wordt hij er snel op geattendeerd als er nieuwe informatie over zijn patiënt beschikbaar is in een ander ziekenhuis. “Als een van mijn patiënten in het Medisch Centrum Leeuwarden is geweest met een oorontsteking of een gebroken elleboog, dan vind ik dat prettig om te weten”, vertelt hij. “Een enkele keer is deze informatie zelfs heel relevant, bijvoorbeeld als een kind in korte tijd voor verschillende infecties in het ziekenhuis in Leeuwarden is behandeld. Bij kinderen met een geopereerde hartafwijking kan dit er soms op wijzen dat er een infectie in het hart zit. Dat is voor mij een reden om met het MCL te bellen en te overleggen over wat er precies aan de hand is. Dat geeft een stukje extra veiligheid. Bovendien vinden ouders het prettig om te merken dat je op de hoogte bent van wat er allemaal met hun kind gebeurt.”
Als zorg-ict’er is Van den Heuvel een groot pleitbezorger van eenduidig registreren, onder andere voor de uitwisseling van de probleemlijst. “Als ik een patiënt voor de eerste keer zie, dan is de probleemlijst de eerste plek waar ik naartoe ga. Daar moet ik in één oogopslag kunnen zien: wat heeft deze patiënt, wat zijn eventueel acute problemen en welke problemen heeft hij in het verleden gehad die potentieel van belang zijn voor de toekomst? Daarom is het heel belangrijk dat iedereen de probleemlijst gestandaardiseerd invult, bijwerkt en up-to-date houdt. Want dan krijg je een zeer relevante, dynamische informatiebron waar elke specialist de informatie uit kan halen die hij nodig heeft om goede zorg te verlenen.”
Voorgeschiedenis
Lieven Dick is anesthesioloog en pijnspecialist bij het multidisciplinair pijncentrum van het Radboudumc en gespecialiseerd in chronische bekkenbodemproblemen. Met zijn collega’s van gynaecologie, urologie en bekkenfysiotherapie behandelt hij patiënten die vaak al jarenlang rondlopen met pijn en die in de loop der tijd bij meerdere specialisten in verschillende ziekenhuizen hebben aangeklopt voordat ze naar het pijncentrum in Nijmegen werden doorverwezen. Care Everywhere helpt hem en zijn collega’s om de medische voorgeschiedenis van zijn patiënten snel en compleet in beeld te krijgen. “Als ik een patiënt voor de eerste keer zie, dan wil ik weten welke onderzoeken hij in het verleden heeft ondergaan, waar en wanneer die plaatsvonden, wat de uitslag was, welke medicatie hij gebruikt of gebruikt heeft en of er bijwerkingen zijn geconstateerd”, somt Dick op. “Het probleem is dat patiënten zich lang niet altijd meer herinneren in welke ziekenhuizen ze de afgelopen tien, vijftien jaar zijn geweest. Of ze lopen bij meerdere pijncentra tegelijkertijd voor dezelfde klacht. Wij moeten dat natuurlijk wel weten, want we willen ervoor waken dat we onderzoeken dubbel doen of dat we een behandeltraject starten dat elders al loopt. De patiënt is daar niet mee geholpen en bovendien brengt die dubbele zorg onnodig kosten met zich mee.”
Dick is blij dat hij een melding krijgt als er nieuwe informatie over zijn patiënt beschikbaar is uit een ander ziekenhuis. “Ik kan die informatie inzien en met één klik toevoegen aan ons epd”, zegt hij. “Zo bouwen wij een completer dossier op en dat is essentieel om te komen tot de beste behandeling voor de patiënt. Het zou nóg mooier zijn als deze informatie volledig automatisch wordt overgenomen in ons epd zonder dat ik extra handelingen hoef te verrichten. Hoe meer informatie we geautomatiseerd kunnen binnenhalen, hoe beter.”
Eén op één overnemen
Informatie uit het ene ziekenhuis één op één overnemen in het epd van een ander ziekenhuis staat of valt met het correct registreren van deze gegevens volgens de principes van Registratie aan de bron. “Het binnenhalen van informatie verloopt nog lang niet altijd via de koninklijke weg”, zegt Arnoldus. “Gegevens worden nu vaak als één brief of notitie binnengehaald, terwijl je natuurlijk wilt dat de probleemlijst zoals die is geregistreerd in het eerste ziekenhuis, één op één kan worden overgenomen door het ontvangende ziekenhuis. Als er eenduidig wordt geregistreerd, met afgesproken codestelsels, dan kunnen we de gegevens versturen als discrete data zodat de ontvangende kant ze rechtstreeks kan overnemen en samenvoegen met de al aanwezige gegevens.”