Wat als je je patiënt met één druk op de knop kunt overdragen naar een ander ziekenhuis of zorgorganisatie? Zonder dat je gegevens hoeft over te typen met het risico dat informatie verkeerd of niet overkomt? De implementatie van eOverdracht, de informatiestandaard voor de verpleegkundige overdracht, moet daarvoor gaan zorgen.
Als een patiënt wordt overgedragen naar een andere zorginstelling, dan stellen verpleegkundigen en verzorgenden een verpleegkundige overdracht op. Daarvoor halen ze de patiëntgegevens handmatig uit het systeem. De ontvangende partij typt die gegevens vervolgens over in het eigen systeem. Een tijdrovende klus die foutgevoelig is bovendien. “We zitten soms halve dagen op kantoor overdrachten te tikken”, zeggen Sanne Kleefstra en Linda Geurtsen, wijkverpleegkundigen bij zorgorganisatie Evean. “Omgekeerd, als we een overdracht ontvangen en er ontbreekt informatie die wij nodig hebben om de zorg voor de cliënt over te nemen, dan moet je er achteraan bellen en mailen.”
Relevante informatie
Christine Aberson-Blok, CNIO bij de Noordwest Ziekenhuis groep, kan hierover meepraten: “Als ziekenhuisverpleegkundige leg ik van alles en nog wat vast over de patiënt: heeft hij op de IC gelegen, hoe ging dat, welke therapie heeft hij gehad? Voor zijn verblijf in het ziekenhuis is dat heel belangrijk, maar die informatie hoeft niet allemaal mee in de overdracht naar de VVT-verpleegkundige. Want die zegt dan tegen mij: wat moet ik hiermee? Het is allemaal al gebeurd! Zij wil voor háár relevante informatie over de patiënt: kan hij zichzelf nu wassen of niet? Is hij verward? Heeft hij een katheter? Dat soort informatie staat niet altijd in de overdracht vanuit het ziekenhuis.”
Goede afspraken maken
De drie verpleegkundigen zijn nauw betrokken bij de implementatie van de eOverdracht, een set van patiëntgegevens die nodig zijn voor de verpleegkundige overdracht. “Als we allemaal dezelfde taal spreken en op dezelfde manier zorginformatie vastleggen in onze systemen op basis van zorginformatiebouwstenen, dan kunnen we die informatie geautomatiseerd uitwisselen”, zegt Aberson-Blok. Daar moeten dan wel goede afspraken over worden gemaakt: “Wat leg je vast zodat je relevante informatie met elkaar deelt? We verkennen met zorgprofessionals uit de regio wat er voor nodig is om informatie uit te wisselen. We doen dit samen met V&VN en Nictiz.”
Begrip voor elkaar
Die gesprekken leveren interessante inzichten op, zegt Geurtsen: “Voor het ziekenhuis is het bijvoorbeeld belangrijk om te weten of een patiënt die ze opnemen wel of niet gereanimeerd wil worden. Voor ons, de thuiszorg, is die informatie minder relevant. Daarmee bedoel ik dat wij als regel hebben dat wij áltijd reanimeren, mits de cliënt een niet-reanimerenpenning of -tatoeage draagt.” Door met elkaar om tafel te zitten, leer je verder te kijken dan je eigen stukje: "Daardoor krijg je meer begrip voor elkaars werk en kun je afspraken maken over wat je wel en niet vastlegt.”
Doelmatigheid zorg
“Het kost nu veel energie om dit voor elkaar te krijgen", zegt Kleefstra. "Maar als we straks via eOverdracht alle informatie in één keer kunnen overzetten, dan scheelt dat zoveel tijd. Je werkt efficiënter en veel meer vanuit de cliënt. Die hoeft niet meer zes keer haar verhaal te doen en niet langer in het ziekenhuis te liggen dan nodig. EOverdracht gaat echt bijdragen aan de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg."
Lees hier de hele good practice over eOverdracht