Nieuws

Volop inspiratie!

Publicatie datum: 19 november 2020
  • #Veranderingvangedrag

Dertig jaar geleden werden patiëntgegevens zorgvuldig opgeborgen in een dossierkast waar in het weekend en tijdens de vakantie van de dokter niemand bij kon. Anno 2020 is continuïteit in de zorg meer dan ooit van levensbelang. Reden genoeg voor zestig nauw betrokkenen bij het programma Registratie aan de bron om in te loggen bij de online Inspiratiesessie om kennis te delen en van gedachten te wisselen. 

 

Voorzitter van de stuurgroep Registratie aan de bron Chris Polman opende samen met programmamanager Carolien Bouma de Inspiratiesessie. “De allergrootste uitdaging die we nu aangaan is om samen de voordelen te laten ervaren van ons programma”, aldus Polman. “Dat zit ‘m niet per se in wetgeving of tools, maar in het zelf zien dat hetgeen je doet, er ook daadwerkelijk toe doet. En nee, het is geen makkie. Iedereen ervaart het anders, we hebben allemaal te maken met technische uitdagingen en de implementatielast is hoog.” Bouma voegde daar aan toe: “Als programma hebben we de rol op ons genomen van aanjager, expert en om kennis met elkaar te delen. We leggen verbindingen, inspireren elkaar en daarmee helpen we elkaar stap voor stap verder.” 

 

De zorgverlener is aan zet!

Op het programma stonden vijf deelsessies, waaronder die van adviseur Larissa Frank die samen met Viola Brouwer van Amsterdam UMC de deelnemers meenam in de wereld van optimaal epd-gebruik door middel van een epd-tevredenheidsonderzoek.  “Daar valt een nog een wereld te winnen”, aldus Frank. “Alleen met een goede basis voor eenmalig en eenduidig registreren kun je zorginformatie optimaal delen. Veel hangt af van het goed gebruik van het epd.” Een goed voorbeeld van een gestructureerde aanpak in onderzoek naar epd gebruik en optimalisatie, is die van Amsterdam UMC. Viola Brouwer is directeur EvA-Servicecentrum en, zoals ze zelf zegt, ook in het Amsterdam UMC moest de happy factor omhoog. “Ons epd is in 2015 geïntroduceerd. Maar er is eigenlijk nooit een follow up geweest. Wat de professionals toen geleerd hebben over het epd, is deels weggezakt of misschien nooit optimaal toegepast. De uitkomsten van het epd-tevredenheidsonderzoek leveren ons nu een gedegen gesprek op managementniveau op én een gerichte aanpak voor daadwerkelijke verbeteringen.” Opvallende uitkomsten danwel verbeterpunten waren onder meer om de focus meer te verleggen naar de verpleegkundigen om hen optimaal met het epd te laten werken. “Zij zijn toch vaak de Haarlemmerolie in het zorgproces.” Maar ook zaken als leren omgaan met informatiesystemen, bij voorkeur al in de opleiding, en niet gelijk alle functies en mogelijkheden in één keer willen toepassen, kwamen naar voren.  Suggesties van deelnemers uit deze deelsessie varieerden van ‘maak van training een verplichting’ en ‘uitdragen welke plaats het dossier of epd in het proces van digitale uitwisseling heeft’ tot ‘epd-leveranciers uitdagen om gemakkelijkere interfaces te maken om te zorgen voor directe meerwaarde voor de zorgverlener’.

 

Stap voor stap naar landelijke uitwisseling BgZ

Erik van Es en Hilde Schwantje spraken met de deelnemers over hun samenwerkingsproject met Twiin dat zich richt op landelijke uitwisseling van de BgZ voor Covid-patiënten. Om dat te laten slagen, moeten de infrastructuur voor uitwisseling en de epd’s op orde zijn. Ook moeten zorgverleners ermee leren omgaan zodat ze optimaal profijt halen uit deze nieuwe mogelijkheid.  Zij zullen zorginformatie op de juiste plek en in de juiste vorm moeten registeren. Daar komt pas ruimte voor als zij de voordelen van hergebruik van zorginformatie ervaren. De BgZ zal eerst als pdf worden uitgewisseld. Zo kunnen zorgverleners er nu al mee aan de slag. Prima, vond een van de deelnemers, wacht niet tot je het perfect kunt doen, want dan duurt het veel te lang. Het motto is daarom: we gaan gewoon beginnen en dan stap voor stap richting de stip op de horizon: gestructureerde uitwisseling van de BgZ rechtstreeks tussen de epd’s. Belangrijke tip: laat zorgverleners ervaren wat het werken met de BgZ oplevert, dan krijg je ze mee.

 

Dataversneller hoofdhalsoncologie

Guido van den Broek, chirurg en chief medical information officer, en projectleider Lana Aziz namen hun gehoor mee naar de hoofdhalsoncologie. In dat vakgebied heeft Van den Broek als bevlogen ambassadeur van eenduidig en eenmalig registreren in het Radboudumc samen met zijn collega’s en met hulp van Registratie aan de bron een mooie mijlpaal bereikt. Er is daar een landelijk zorgpad voor de hoofdhalsoncologie ontwikkeld waarin klinisch relevante gegevens gestructureerd worden vastgelegd. Door de registratie precies toe te snijden op het zorgproces én dit in te bouwen in gebruikersvriendelijke formulieren in het epd kunnen gegevens worden hergebruikt en is er nu realtime inzicht. In dezelfde beweging hebben ze de tijd die met het vastleggen van gegevens is gemoeid met de helft weten terug te brengen. Die tijdwinst is deels het resultaat van extra ondersteuning door het systeem, bijvoorbeeld door een ‘pop up’ met de vraag of er alvast een controleafspraak moet worden gepland. Van den Broek is een arts met een missie: na het ‘eigen’ ziekenhuis wil hij alle hoofdhals-centra in Nederland meenemen in deze vernieuwing. Want als alle centra die deze behandeling bieden dezelfde aanpak kiezen, kunnen ze ook onderling uitwisselen en hebben ze nog veel meer kans op kwaliteitsverbetering. Het AvL pakt de handschoen nu op door het zorgpad in te bouwen voor hun epd te doen – HIX, na EPIC in het Radboud. Marleen Aandewiel is daar de trekker. Zij vertelde met veel enthousiasme hoe ze in het AvL bezig is dit voor elkaar te krijgen. De les die Van den Broek meegaf uit de sessies: wil je dit ook? Begin dan bij een zorgpad waar enthousiaste mensen zitten, want die heb je nodig om het voor elkaar te krijgen.

 

Wat kunnen we leren van de reiswereld? 

Gé Klein Wolterink, adviseur BgZ- en zibs-implementatie Registratie aan de bron en Sjaak Gondelach, Informatie Architect UMC Utrecht en lid van het Architectuurteam van Registratie aan de bron, boden de deelnemers een kijkje in de wereld van de API’s (Application Programming Interface). API’s maken het mogelijk dat computersystemen met elkaar kunnen communiceren. In de reiswereld is dit al heel gewoon. Zoek je een retourtje Barcelona via Cheaptickets.nl, dan krijg je direct een overzicht op je scherm van alle reismogelijkheden en prijzen, ongeacht welk systeem een vliegmaatschappij gebruikt. Dat zouden we in de zorg ook moeten willen, zo luidt het pleidooi van Klein Wolterink en Gondelach. Sterker nog, systemen zouden aan wet- en regelgeving moeten voldoen die verplicht stellen dat ze op die manier onderling specifieke patiëntinformatie kunnen uitwisselen die de zorgprofessional op dat moment nodig heeft. Meerdere deelnemers stelden vragen over hoe dit technisch in elkaar zit. Dat het onderwerp leeft, bleek wel uit het feit dat de sessie ten einde was, maar de discussie nog lang niet. 

 

BgZ uitwisseling verplicht! 

In de sessie van Sabine Geerdes, projectleider van het ministerie van VWS en Carolien Bouma, programmamanager Registratie aan de bron, stond het wetsvoorstel Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg centraal, en dan met name met betrekking tot het uitwisselen van de BgZ. Geerdes ging in op de vraag: We gaan de BgZ verplichten, maar wat is nou precies het doel ervan? Het ministerie heeft samen met het veld twee toepassingen voor het uitwisselen van de BgZ benoemd: het meesturen van de BgZ als een patiënt verwezen wordt, en de mogelijkheid om de BgZ op te vragen bij een andere instelling. “Dit heeft allemaal als doel dat het werk van de zorgverlener makkelijker wordt, met minder kans op fouten”, aldus Geerdes. 
Een wet is echter één ding, maar er zal nog wel het een en ander moeten gebeuren om die succesvol in werking te laten treden. Hoe zorgen we voor voldoende borging van de BgZ? Hoe stimuleren we dat de zorgprofessional de BgZ gebruikt en uitwisselt? De brug tussen de wetgeving en de praktiserend zorgverlener; hoe gaan we die beslechten? “Het is heel belangrijk dat de cmio- en cnio-netwerken betrokken worden als verbinding naar de zorgprofessionals”, merkte een deelnemer op. “Een wet moet helpen en niet als een dreiging boven het hoofd hangen”, vond een andere deelnemer. “Hoe zorgen we daarvoor?” Geerdes sloot zich van harte aan bij deze uitspraken en voegde toe: “De wet is ook bedoeld om de beweging in de goede richting in gang te zetten. Doe dus vooral een oproep naar je achterban om mee te werken aan de totstandkoming ervan.”

 

Spoken words

Alle deelnemers werden -naast de inhoudelijke deelsessies- tijdens de pauze van het programma aan het denken gezet met een creatief inspiratiefilmpje van anderhalve minuut over ons programma. Deze vrolijke video is beslist de moeite waard om terug te kijken (zie hieronder). Zo vond ook Marc Seelen, CMIO in het UMCG, die het slot van het programma voor zijn rekening nam. “Dit filmpje spreekt boekdelen. Geïnspireerd raken is de kelk waar we allemaal uit willen drinken. Laten we die inspiratie met z’n allen omzetten in actie.” 

 

Media