Nieuws

Registratie aan de bron meets epd-leveranciers

Publicatie datum: 11 juli 2016
Stel je voor dat de zorginformatiebouwstenen (zib’s) en de Basisgegevensset Zorg (BgZ) standaard ingebouwd zijn in alle elektronische patiëntendossiers (epd’s). Dan kan implementatie van Registratie aan de bron veel eenvoudiger, breder en dus sneller plaatsvinden.
Met dit doel voor ogen spraken epd-leveranciers, de programmaleiding van Registratie aan de bron en informatie-architecten uit de umc’s elkaar op woensdag 6 juli. Tijdens de bijeenkomst in Utrecht stonden de zib’s en de BgZ centraal – heel inhoudelijk werden de concepten toegelicht, verder verkend en doorgesproken. Gé Klein Wolterink, als inhoudelijk expert Zorg & ICT betrokken bij het programma vond die gedetailleerde bespreking van met name de BgZ een nuttige. ‘De zib’s en BgZ zijn opgesteld vanuit het oogpunt van de zorgverleners. Logischerwijs kijken epd-leveranciers weer met een heel andere, meer technische blik. We hebben op een aantal punten echt inhoudelijke discussies gevoerd en suggesties gekregen voor concrete aanpassingen. Ook kwam een aantal punten aan de orde waarover we echt nog verder met elkaar in gesprek moeten.’

Lastig verhaal

Richard Francken, business development Cerner Benelux, beaamt dat de belevingswerelden van de eindgebruiker en de leveranciers van elkaar afwijken. ‘De zib’s zijn heel goede producten, maar ik denk dat de vertaalslag naar de technische toepassing in de systemen nog wel een lastig verhaal zal worden, zeker bij de meer complexe zib’s.’ Francken noemt als voorbeeld ‘familieanamnese’. ‘Dat is typisch een onderwerp waarop een patiënt in korte tijd veel verschillende dingen vertelt, bijvoorbeeld over de hoge bloeddruk van zijn moeder en een andere aandoening van een oom. Een arts typt dat nu snel in vrije tekstvelden. Hoe we dat als leveranciers technisch kunt ondersteunen in velden die gestandaardiseerd vastleggen mogelijk maken zonder dat een arts te veel moet doorklikken, dat weet ik echt nog niet.’ Francken vond de bijeenkomst nuttig, en zag dat alle partijen proactief aan tafel zaten, al benadrukt hij de verschillende focussen. Hij pleit daarom voor het benoemen van een linking pin; ‘iemand die met het ene been in het zorgpad staat en met het andere in de techniek’.

Praktijktoets



Harry Pijl, programmamanager in het UMC Utrecht, was blij met de constructieve bijdragen die de epd-leveranciers leverden. ‘Hun vragen en opmerkingen leveren echt een bijdrage aan de optimalisatie van de Basisgegevensset en de implementatie van de zib’s.‘ Een volgende te nemen stap is een praktijktoets. En dat plan werd tijdens de bijeenkomst breed gedragen. Pijl: ‘Wat we nu moeten doen is het uitvoeren van een showcase. Het idee is dat een bepaalde zib, of een aantal zib’s, worden ingebouwd in verschillende epd’s van een aantal ziekenhuizen. Zo kunnen een EPIC-huis en een ChipSoft huis kijken of het versturen van een overdrachtbericht via die zib werkt, en of – heel belangrijk – de dokter daar dan ook iets aan heeft.’ Klein Wolterink spreekt, evenals programmaleider Joyce Simons, over een ‘momentum’: ‘Iedereen, leveranciers, mensen uit de ziekenhuizen en de programmaleiding, vindt dat we afspraken moeten maken en eerste stappen moeten gaan zetten. Inbouw in de epd’s vinden we de enige goede weg.’