Nieuws
Aanlevering kwaliteitsregistratie hoofd-halstumoren in twee umc’s aangepakt
Publicatie datum: 17 juli 2017
In de afgelopen periode werden twee projecten over de kwaliteitsregistratie van de zorg voor hoofd-halstumoren opgeleverd. Een van het Maastricht UMC+ en een van het Radboudumc.
De projecten toonden aan dat eenmalig vastleggen voor meervoudig gebruik werkt in twee verschillende umc’s, die elk een andere epd en een andere organisatie hebben. Over beide projecten werd een korte film gemaakt. Bekijk hier de film over het project in Maastricht en hier de film over Nijmegen.
De hoofd-halsketen in het Radboudumc slaagde erin om alle honderdvijftig items van de Dutch Head and Neck Audit (DHNA), ondergebracht sinds 2017 bij DICA, vast te leggen tijdens het zorgproces. Dit betekent dat deze items niet meer apart hoeven te worden geregistreerd, en dat er sprake is van real time monitoring. Artsen ervaren meer continuïteit in het zorgproces doordat precies is vastgelegd en afgestemd in het epd wat wanneer in het zorgproces gebeurt, en wie wat waar en wanneer vastlegt. Daarbij ervaren zij tijdswinst, tijd die nu weer meer aan de patiënt besteed kan worden.
Het project in Maastricht richtte zich op de eerste stappen in het zorgproces, maar keek naar een breder gebruik dan alleen aanlevering aan de DHNA. Dermatoloog en CMIO Joep Veraart, projectleider van het HHT-project en zijn collega’s spraken af dat ze in het project stap 1, 2 en 3 van het zorgtraject aan zouden pakken: de aanmelding, het eerste consult en de mdo-bespreking. ‘We kwamen overeen dat het project minstens moest opleveren, dat er na een mdo-bespreking meteen een huisartsenbrief beschikbaar is. En dat de gegevens die we nu van het ene systeem naar het andere overkloppen, rechtstreeks vanuit het epd naar de kwaliteitsregistratie gaan.’ Ook in Maastricht leverde het project tijdwinst op en daarnaast betere en completere data.
De hoofd-halsketen in het Radboudumc slaagde erin om alle honderdvijftig items van de Dutch Head and Neck Audit (DHNA), ondergebracht sinds 2017 bij DICA, vast te leggen tijdens het zorgproces. Dit betekent dat deze items niet meer apart hoeven te worden geregistreerd, en dat er sprake is van real time monitoring. Artsen ervaren meer continuïteit in het zorgproces doordat precies is vastgelegd en afgestemd in het epd wat wanneer in het zorgproces gebeurt, en wie wat waar en wanneer vastlegt. Daarbij ervaren zij tijdswinst, tijd die nu weer meer aan de patiënt besteed kan worden.
Het project in Maastricht richtte zich op de eerste stappen in het zorgproces, maar keek naar een breder gebruik dan alleen aanlevering aan de DHNA. Dermatoloog en CMIO Joep Veraart, projectleider van het HHT-project en zijn collega’s spraken af dat ze in het project stap 1, 2 en 3 van het zorgtraject aan zouden pakken: de aanmelding, het eerste consult en de mdo-bespreking. ‘We kwamen overeen dat het project minstens moest opleveren, dat er na een mdo-bespreking meteen een huisartsenbrief beschikbaar is. En dat de gegevens die we nu van het ene systeem naar het andere overkloppen, rechtstreeks vanuit het epd naar de kwaliteitsregistratie gaan.’ Ook in Maastricht leverde het project tijdwinst op en daarnaast betere en completere data.
